ANALYSE – Ruim voor de jaarwisseling kunnen heel veel Nederlandse exportbedrijven al terugkijken op een heel geslaagd 2017. Dit feest gaat echter voorbij aan ondernemingen die vooral zakendoen met klanten in Groot-Brittannië.
De Nederlandse economie stevent volgens het CPB in 2017 af op een groei van meer dan 3 procent. Dat is het snelste groeitempo in tien jaar. Die toename is voor een deel te danken aan hogere consumentenuitgaven, maar vooral ook aan een stevige exportstijging.
Volgens het CBS is de totale uitvoerwaarde van Nederlandse goederen en diensten in de eerste tien maanden van het jaar met 6 procent is toegenomen ten opzichte van 2016. De export naar maar liefst 19 van de belangrijkste 20 afzetmarkten zit duidelijk in de lift. De enige uitzondering? Groot-Brittannië natuurlijk!
Een belangrijke reden voor de afnemende uitvoer naar Groot-Brittannië is de daling van het Britse pond. Ten opzichte van vorig jaar ligt de gemiddelde wisselkoers van de munt bijna 5 procent lager. Door de vertaalslag naar euro’s neemt de afzet van goederen en diensten naar het eiland al duidelijk minder op.
Daar komt bij dat lokale producenten een kostenvoordeel hebben door de duikvlucht van de Britse munt. Vaak maken deze ondernemingen immers het overgrote deel van de kosten in goedkope ponden in plaats van dure euro’s.
Handelsakkoord na Brexit is grote uitdaging
De exportdaling in 2017 is waarschijnlijk nog maar een klein voorproefje van wat exporteurs naar Groot-Brittannië volgend jaar en daarna te wachten staat. Valutaontwikkelingen zijn niet eens de grootste uitdaging voor deze ondernemingen.
Half december vergaderen de Europese regeringsleiders over de voortgang van de Brexit-onderhandelingen. Als er voor die tijd geen duidelijkheid komt over hoeveel het land wil bijdragen aan de kosten voor het vertrek, dreigen de onderhandelingen helemaal vast te lopen.
Als er niet snel uitzicht komt op een handelsakkoord, neemt het risico flink toe dat Groot-Brittannië uit de Europese Unie stapt zonder dat er handels- of migratie-afspraken gemaakt zijn. Op de Brexit-datum van 29 maart 2019 kan de grens dan zomaar dichtgaan voor Nederlandse bedrijven.
Voor Nederlandse exporteurs is het in dat scenario niet duidelijk wanneer ze de uitvoer mogen hervatten en welke invoerheffingen er dan gelden. Naarmate de kans op een Brexit zonder goede afspraken met de Europese Unie dichterbij komt, zal het pond sterker onder druk komen te staan.
Tijd voor plan B
De onzekerheid over de Brexit-besprekingen heeft er al toe geleid dat de naar verhouding snelle economische groei in Groot-Brittannië dit jaar over de eerste drie kwartalen van dit jaar is teruggevallen tot onder het niveau van notoire probleemlanden zoals Japan en Italië.
Het vooruitzicht dat de handel na een Brexit goeddeels stil komt te liggen, zal zowel de economische groei als het pond omlaag duwen. Op korte termijn kunnen exporteurs zich via verschillende instrumenten zoals valutaopties en -termijncontracten beschermen tegen mogelijke pondschokken.
Op de langere termijn kopen ze zo wat tijd om goed na te denken over plan B: ga ik me voorbereiden op mogelijke Brexit-maatregelen zoals importheffingen en scherpe grenscontroles of moet ik op zoek gaan naar andere afzetmarkten?
Joost Derks ([email protected]) is valuta-expert bij de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij (NBWM). Hij begon zijn carrière bij Van Lanschot Bankiers en inmiddels heeft Derks ongeveer twintig jaar ervaring in de valutawereld. Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer. Deze informatie is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde transacties en/of beleggingen via de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij NV.